Op 7 oktober 2020 is er door GroenLinks een wetsvoorstel ingediend voor het wijzigen van de Arbowet in verband met het [wettelijk] verplicht stellen van een vertrouwenspersoon. Het wetsvoorstel is inmiddels overgenomen door Tweede Kamerlid Maatoug.
Geerts Advocaten verwacht dat het wetsvoorstel binnen afzienbare zal worden aangenomen. Als werkgever kan je niet om dit wetsvoorstel heen. Reden waarom wij jou hier graag over informeren.
Wijzigingen wet
Met het wetsvoorstel wordt beoogd om iedere werknemer op de werkvloer een wettelijk recht te geven tot een vertrouwenspersoon. Daartoe wordt een nieuw artikel 13a opgenomen in de Arbowet. Ook wordt de rechtspositie van de vertrouwenspersoon geregeld in het nieuwe artikel 13a van de Arbowet. Zo zal in dit artikel worden opgenomen wat de basistaken van een vertrouwenspersoon zijn en aan welke eisen een vertrouwenspersoon moet voldoen. Dit om meer body te geven aan de functie van vertrouwenspersoon.
Doel van het wetsvoorstel
Het doel van het wetsvoorstel is het verminderen van ongewenste omgangsvormen op de werkvloer. Dit fenomeen doe zich helaas nog veelvuldig voor. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het tv-programma ‘The Voice of Holland’. Het onderwerp ‘ongewenste omgangsvormen op de werkvloer’ staat in de publieke belangstelling. Het onderwerp krijgt ook aandacht in de politiek.
Zo staat o.a. in de memorie van Toelichting op het wetsvoorstel: ‘Het is hoog tijd dat het aantal werknemers dat te maken krijgt met ongewenste omgangsvormen gaat dalen, in plaats van gelijk blijft.’ De politiek wil dus actief aan de slag gaan met het verminderen van ongewenste omgangsvormen op de werkvloer. Het hebben van een vertrouwenspersoon is volgens de initiatiefnemer een zodanig belangrijk onderdeel van het beleid om ongewenste omgangsvormen op de werkvloer tegen te gaan, dat hij het noodzakelijk acht dat het wettelijk wordt geregeld dat iedere werknemer toegang heeft tot een vertrouwenspersoon.
Veilige werkplek
Het is als werkgever belangrijk om iets te doen tegen ongewenste omgangsvormen op de werkvloer. Je bent op grond van artikel 3, tweede lid van de Arbeidsomstandighedenwet ook verantwoordelijk voor een veilige werkplek. Is er geen veilige werkplek en loopt een werknemer daardoor [psychische] schade op, dan ben je als werkgever aansprakelijk voor deze schade. Dit wil je uiteraard vermijden.
Als werkgever moet je dus passende maatregelen nemen om ongewenste omgangsvormen op de werkvloer tegen te gaan. Je bent als werkgever vrij om zelf te bepalen welke maatregelen je neemt.
Dat werpt natuurlijk de vraag wat dan passende maatregelen zijn tegen ongewenste omgangsvormen. Wij adviseren de volgende maatregelen te treffen:
- Opstellen van een gedragsreglement, waaruit moet blijken welke normen en waarden gelden op de werkvloer en wat een werknemer kan doen bij ongewenste omgangsvormen;
- Het opstellen van een klachtenregeling- en commissie waar werknemers een eventuele klacht met betrekking tot ongewenste omgangsvormen kunnen indienen;
- Het geven van voorlichting en instructie zodat werknemers weten wat ze kunnen doen te maken krijgen met ongewenste omgangsvormen en wat jij als werkgever doet om ongewenste intimiteiten op de werkvloer te voorkomen;
- Het aanwijzen van een vertrouwenspersoon waar werknemers [laagdrempelig en vertrouwelijk] hun verhaal kunnen doen.
Met het aanstellen van een vertrouwenspersoon zorg je er alvast ervoor dat je aan de [nieuwe] regelgeving voldoet als het wetsvoorstel daadwerkelijk wordt aangenomen. Geerts Advocaten heeft veel expertise in huis op het gebied van ongewenste omgangsvormen en kunnen je eenvoudig helpen met het opstellen/en uitvoeren van bovengenoemde maatregelen. Aarzel niet om [vrijblijvend] contact op te nemen. We helpen je graag verder.
Comments are closed