Het verkeerd
plaatsen van je fles wijn op de lopende band. Het dweilen van de vloer in uw
kantoor. Dit zijn voorbeelden van situaties die iedereen weleens creëert. Maar
als de fles op iemand belandt of iemand uitglijdt op de vloer, kan er sprake
zijn geweest van gevaarzetting.

Wanneer er
sprake is van gevaarzetting, blijkt uit rechterlijke uitspraken. Gevaarzetting
is dus niet in een wetsartikel te vinden. Er is sprake van gevaarzetting als
iemand een gevaarlijke situatie creëert waardoor er schade dreigt te ontstaan
voor personen of zaken. In het Kelderluik-arrest is er sprake van een
dergelijke situatie. Waar gaat dit arrest over?

Een medewerker
van Coca-Cola is aan het lossen bij een café in Amsterdam. In de doorgang naar
het toilet heeft hij een kelderluik geopend om zo de drankjes naar de kelder te
brengen. Na zijn werkzaamheden laat hij deze openstaan. Een bezoeker ziet het
luik over het hoofd en valt naar beneden, met ernstige verwondingen als gevolg.

De Hoge Raad
heeft in die uitspraak uit 1965 vier criteria opgesteld om te bepalen of er
spraken is van gevaarzetting. Deze luiden als volgt:

1.   
Hoe
waarschijnlijk is het dat iemand de gevaarlijke situatie over het hoofd ziet?

2.   
Hoe
groot is de kans dat daaruit ongevallen ontstaan?

3.   
Hoe
ernstig kan het letsel ten gevolge hiervan zijn?

4.   
Hoe
bezwaarlijk is het om veiligheidsmaatregelen te nemen?

In het geval
van het Kelderluik-arrest werd er vastgesteld dat er sprake was van
gevaarzetting omdat de medewerker onzorgvuldig had gehandeld door het luik open
te laten.

De criteria uit
dit Kelderluik-arrest worden tot de dag van vandaag nog steeds gebruikt voor
soortgelijke zaken. Deze uitspraak is dus heel belangrijk voor het leerstuk van
de gevaarzetting.

Heeft u andere
onderwerpen waarover u iets zou willen weten? Laat het ons weten in de
reacties!

Bron: HR 05-11-1965, NJ 1966, 136,
ECLI:NL:HR:1965:AB7079

Tags:

Comments are closed