Dit heeft de rechtbank Rotterdam in een recente uitspraak geoordeeld. De echtgenote van een werknemer heeft zonder toestemming van de werkgever met de bedrijfspas van haar man getankt met haar eigen auto. Haar man had een enkelblessure en zou op 22 juni 2022 weer komen werken. De dag ervoor heeft zijn vrouw voor € 50,21 getankt met haar privéauto en deze tankbeurt afgerekend met een zakelijke tankpas van de werkgever. Werkgever vond het vreemd dat er getankt werd met de bedrijfspas, juist omdat de werknemer had gemeld niet te kunnen autorijden. Uit de videobeelden bleek dat er een vrouwelijk persoon op datum en tijdstip heeft getankt en niet de werknemer.

Een dag later op woensdag 22 juni 2022 verscheen de werknemer weer – met de bedrijfsauto – op zijn werk. De werkgever confronteert de werknemer met de tankbeurt. De werknemer verweert zich door te stellen dat het eerst de bedoeling was dat zijn vrouw hem de volgende dag naar zijn werk zou brengen dat er daarom getankt is met de bedrijfspas. De kantonrechter vindt dit niet aannemelijk en oordeelt dat dit sowieso niet is toegestaan. Als de vrouw van de werknemer de werknemer naar zijn werk had gebracht had zij dit achteraf bij de werkgever kunnen declareren. Zij had de tankpas daarvoor niet hoeven te gebruiken. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkgever terecht aan de integriteit van de werknemer is gaan twijfelen. De werknemer was pas twee maanden in dienst en had zijn sporen nog niet verdiend. Reden waarom het ontslag op staande voet standhoudt.

Vindplaats: ECLI:NL:RBROT:2022:9452

Categories:

Tags:

Comments are closed