In mijn
vorige bijdrage heb ik het met u kort gehad over de problemen waar je tegen
aanloopt als jouw ex een nieuwe relatie heeft, jij maandelijks nog alimentatie
betaalt terwijl de samenleving misschien wel zo is vormgegeven dat het niet
meer redelijk is dat je voor jouw ex nog blijft betalen.

Zoals
beloofd wat rechtspraak om duidelijk te maken wanneer wel en wanneer niet een
samenwoning dusdanig intensief is dat ten gevolge daarvan de
alimentatieverplichting komt te vervallen.

Wel
of niet samenwonen

Na een
echtscheiding, de man betaalt ten behoeve van zijn ex een riante maandelijkse
alimentatie, verhuist de ex naar de plaats waar haar nieuwe vriend woont. Zij
trekt vlak in de buurt van de woning van de nieuwe vriend in een door haar
gehuurde flat. De alimentatieplichtige man confronteert zijn ex daarmee en
stelt dat zij in feite samenwoont. De ex ontkent dat en de man schakelt een
onderzoeksbureau in.

Gedurende
een flink aantal maanden wordt de vrouw geobserveerd, waarbij wordt vastgesteld
dat zij en haar nieuwe vriend vrijwel dagelijks in elkaars woningen verblijven,
op alle tijdstippen van de dag, dat ze vaak ook bij elkaar overnachten, dat ze
toegang tot elkaars woning hebben, gezamenlijk boodschappen doen, van elkaars
auto gebruik maken en de vriend, tijdens zijn bezoek, vaak de woning van de
vrouw stofzuigt.

Al deze
bevindingen worden neergelegd in een onderzoeksrapport. De man start een
procedure bij de rechtbank, maar krijgt van de rechtbank geen gelijk. De
rechtbank is van mening dat er niet wordt voldaan aan de eisen om te komen tot
een situatie die gelijk te stellen is aan samenwonen als ware zij gehuwd. Voor
de eisen verwijs ik naar mijn vorige bijdrage.

De man
is het met de beslissing niet eens en gaat daartegen in hoger beroep. Het hof geeft
de man gelijk en is met de man van mening dat de vrouw samenwoont met haar
nieuwe partner als waren zij gehuwd, ook al is er sprake van twee woonadressen.

Door het
feit dat zij elkaar vrijwel dagelijks treffen, ofwel in de woning van de vriend
ofwel in de flat van de vrouw en dat samenzijn zich vaak over een groot aantal
aaneengesloten dagen afspeelt is volgens het hof komen vast te staan dat de
vrouw en haar vriend feitelijk samenwonen. Dat ze af en toe ook alleen een paar
dagen in hun eigen woning verblijven zonder dat de ander daarbij aanwezig is,
is voor het hof minder belangrijk.

Volgens
de eisen van de Hoge Raad moet er, om te komen tot een samenwoning als waren
zij gehuwd, ook sprake zijn van een wederzijdse verzorging. De vraag laat zich
stellen of er in deze zaak bewezen was dat er ook sprake was van wederzijdse
verzorging omdat met elkaar samenwonen op zich daarvoor onvoldoende is.

De
alimentatieplichtige ex-echtgenoot heeft de stelplicht en de bewijslast. In de
praktijk loop je vaak aan tegen het bewijsprobleem omdat het erg moeilijk is om
te bewijzen dat er sprake is van een wederzijdse verzorging.

Het hof
kwam tot de vaststelling dat er sprake was van een wederzijdse verzorging,
omdat de ex-echtgenote en haar vriend regelmatig samen ontbeten, zij elkaar
hielpen bij het verzorgen van hun bejaarde ouders, zij gezamenlijk de
boodschappen deden waarvan niet duidelijk was wie wat betaalde, zij toegang
hadden tot elkaars woning en de vriend met enige regelmaat in de woning van de
vrouw stofzuigde.

Met deze
beslissing heeft het hof het voor een alimentatieplichtige ex-echtgenoot iets
makkelijker gemaakt om te bewijzen dat er sprake is van een gemeenschappelijke
huishouding; rechters zijn steeds meer bereid om aan wat aan de buitenkant wordt
waargenomen een concrete invulling te geven en daar gevolgen aan te verbinden
en is het aan de alimentatiegerechtigde echtgenoot om te bewijzen dat het
anders is.

De
volgende keer neem ik u mee in de bespreking van een zaak waarbij het in eerste
instantie voor de alimentatieplichtige man goed is afgelopen, maar het in appel
en cassatie toch nog voor de alimentatieplichtige man misging.

Tot de
volgende keer.

Juste
Lang

Categories:

Comments are closed