Ik maak het wel eens mee, dat de advocaat van de wederpartij zich in mijn ogen niet professioneel gedraagt. Bijvoorbeeld doordat de advocaat zich vereenzelvigd met de klant. Zich uitlaat over mijn cliënt alsof hij hem of haar persoonlijk kent. Praat over zaken die zich hebben voorgedaan alsof hij er zelf bij is geweest. Zo heb ik een gemachtigde wel eens horen zeggen: ‘In de slaapkamer doet zij…..’, waarop ik aangaf: ‘Was u erbij?’.

Ze gaan in de aanval, op de persoon en vertellen het verhaal alsof het hen zelf is overkomen.

Ik ben van mening dat je dat als advocaat niet moet doen. Je handelt niet meer professioneel, maar je bewijst er je klant ook geen dienst mee. Het werkt niet, het wordt door rechters niet gewaardeerd, je behartigt de belangen van je klant niet op het vlak waar jij als advocaat voor bent.

Voor mijn klanten is dergelijk gedrag van andere advocaten vaak confronterend. Ze voelen zich persoonlijk aangevallen. Natuurlijk krijg ik dan weleens de vraag of wij ons niet ook zo op moeten stellen. Dat doe ik niet. Ik leg mijn klant natuurlijk uit waarom niet. Dat het niet verstandig is om helemaal los te gaan als advocaat is een feit. Dat blijkt ook uit een uitspraak van het hof Arnhem – Leeuwarden van januari van dit jaar. Het hof heeft in deze zaak een gemachtigde toegang tot de zitting geweigerd en daarmee de mogelijkheid ontnomen dat deze gemachtigde zijn cliënt bij zou staan. De gemachtigde gebruikte beledigend en kwetsend taalgebruik. Zo zette hij onder andere in een fax aan het hof het volgende:

“(naam raadsheer) is natuurlijk nu al niet de meest intelligente en doortastende raadsheer bij de club en geeft veelvuldig, zoals nu ook in zijn brieven, blijk van vooringenomenheid, moraalridderij en fatsoenrakkerij en tracht met alle mogelijkheden een interne rechtsorde te handhaven die kennelijk niet strookt met bepalingen van de Unie. En passant wordt verwezen naar de rechtspraak van de grootste hoerenkast van de lage langen, de Hoge Raad der Nederlanden en zijn ‘uitspraak’ van 6 november 2020…’

Oké, deze tekst is niet zo fraai…en het gaat nog verder. Als je de hele tekst wil lezen kun je de uitspraak vinden op www.uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2021:896

Het hof weigert de gemachtigde en is van mening dat de weigering een legitiem doel dient, namelijk het waken voor onnodige en ernstige verstoring van de gang van zaken bij gerechtelijke procedures. Het hof beslist dat zij weigert om deze gemachtigde bijstand te laten verlenen en om de klant in die procedure te vertegenwoordigen. Daar sta je dan…zonder gemachtigde. De klant krijgt van het hof vier weken de tijd om een andere gemachtigde aan te wijzen.

Categories:

Tags:

Comments are closed