Al eerder hebben we een uitspraak met jullie gedeeld over een hotel in Amsterdam dat aanspraak kon maken op huurkorting vanwege de corona pandemie. Dit was een uitspraak van de kantonrechter in Amsterdam van 9 maart 2021.

De kantonrechter van de rechtbank in Limburg durfde zich echter niet aan de beantwoording van de vraag of een huurder recht heeft op huurkorting te wagen. De kantonrechter in Limburg (locatie Roermond) besloot op 31 maart 2021 deze vraag aan de Hoge Raad voor te leggen. Een zogenaamde prejudiciële vraag. De aan de Hoge Raad gestelde vragen:

1. Dient als gevolg van de corona crisis van overheidswege opgelegde sluiting van de horeca beschouwd worden als een gebrek in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW?

Wat staat er in artikel 7:204 lid 2 BW? Een gebrek is een staat of eigenschap van de zaak of een andere niet aan de huurder toe te rekenen omstandigheid, waardoor de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten.

2. Zo ja, aan de hand van welke criteria moet dan de mate van huurprijsvermindering worden beoordeeld?

3. (Of) vormt de beperking in het gebruik van het gehuurde een onvoorziene omstandigheid die tot huurprijsvermindering kan leiden?

4. Zo ja, welke omstandigheden van het geval wegen mee bij het bepalen of verdelen van de schade?

Voordat de kantonrechter in Limburg beslist op het geschil dat aan haar is voorgelegd wacht zij de beantwoording van deze vragen door de Hoge Raad af. De Hoge Raad is de hoogste rechterlijke instantie in Nederland welke door rechtbanken en gerechtshoven in zijn beslissing wordt gevolgd. Een uitspraak op dit punt is dus erg interessant!

Wij houden jullie uiteraard op de hoogte!

Categories:

Tags:

Comments are closed